‘’Volleyballen is voor mij de leukste balsport. Je kunt in sociaal teamverband (zonder fysiek contact met de tegenstander) je algehele conditie, coördinatie, (voet)snelheid, beweeglijkheid en kracht naar een zo hoog mogelijk niveau tillen.’’ Dit zijn de woorden van Ina, fanatiek volleybalster en trainster van een volleybalteam. Het is zonde wanneer u door een blessure niet meer actief kunt volleyballen. Onze sportpodotherapeuten komen verschillende blessures tegen die ontstaan tijdens het spelen van handbal. Ons doel is dat u zo snel mogelijk weer actief kunt volleyballen.

 

Blessures
Onderstaand worden de blessures genoemd die onze sportpodotherapeuten het meeste tegenkomen tijdens hun werk. De sportpodotherapeuten hebben kennis van veel meer blessures, maar met name de onderstaande blessures worden het vaakst behandeld door onze sportpodotherapeuten.

 

Enkelverstuikingen
Enkelverstuikingen zijn de meest voorkomende blessures binnen het volleybal. Ze ontstaan vaak door het neerkomen op iemands voet of een fout tijdens de landing. Tijdens het spelen van volleybal wordt de enkel flink belast. Het zijn meestal de ligamenten aan de buitenzijde van de enkel die uitrekken of scheuren (inversietrauma). Er kan pijn, zwelling en een blauwe verkleuring optreden.

 

Jumpersknee
Een springersknie of patellatendinopathie is een overbelasting van de kniepees. Deze pees is de aanhechting van de vierhoofdige dijbeenspier aan het scheenbeen, net onder de knieschijf. Het is op deze plaats dat er pijnklachten optreden. De pijn neemt toe bij springen, sprinten en landen. De blessure treedt vooral op bij sporten waarbij het kniegewricht zwaar belast wordt (bijv. door veel richtingsveranderingen of springbewegingen).

 

Shin splints
Scheenbeenirritatie is een overbelasting van de buigspieren van de voet en tenen. De pijn situeert zich aan de binnenzijde van het scheenbeen en treedt vooral op tijdens het sprinten, springen en landen.

 

Morbus osgood schlatter
Morbus osgood schlatter is een overbelasting van herhaaldelijk krachtige spanning op de aanhechting van de bovenbeenspieren. De pijn bevindt zich op de aanhechting van de bovenbeenspier. De klacht komt vooral voor bij jonge sporters die veelvuldig en explosief de bovenbeenspieren gebruiken, zoals bij voetballen en springsporten. De klacht kenmerkt zich door een plaatselijke pijn bij de aanhechtingsplek.

 

Achillespeesoverbelasting

Een achillespeesoverbelasting is een ander type overbelasting. De achillespees verbindt de kuitspieren met het hielbeen. Het probleem kan zich bevinden ter hoogte van de aanhechting van de pees met de hiel, de peesschede of een slijmbeurs aan de voorzijde van de pees. De pees voelt gezwollen en pijnlijk aan (soms met kraken). In ernstige gevallen kan de achillespees zelfs scheuren.

 

Onderzoek

Op het eerste consult probeert de sportpodotherapeut te achterhalen wat de klacht is. Dit doet de therapeut door middel van een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek. Daarna doet de sportpodotherapeut onderzoek naar het functioneren van de betrokken gewrichten en spieren. Vervolgens voert de sportpodotherapeut een bewegingsanalyse uit. Hierbij kijkt hij naar afwijkende bewegingspatronen die ervoor zorgen dat de klachten niet afnemen. Tijdens het onderzoek houdt de sportpodotherapeut rekening met uw positie in het veld en kijkt hij naar uw uitvoerende techniek.

 

Behandeltraject

Na het onderzoek stelt de sportpodotherapeut, in samenspraak met de sporter, een behandeltraject op. Behandelingen kunnen uit de volgende vormen bestaan:

 

  • Sportzolen ter optimalisatie van het lichamelijk functioneren.
  • Advies over geschikt schoeisel voor volleybal
  • Belastingadviezen
  • Mobilisatie van voet / onderbeen
  • Taping
  • Dry needling