‘’Samenspelen, fysiek contact, snelheid en veel techniek, dit is wat handbal voor mij leuk maakt!’’ Dit zijn de woorden van Monique, werkzaam bij Innofeet en fanatiek handbalster. Het is zonde wanneer u door een blessure niet meer actief kunt handballen. Onze sportpodotherapeuten behandelen verschillende blessures die ontstaan tijdens het spelen van handbal. Ons doel is dat u zo snel mogelijk weer actief kunt handballen.


Blessures

Het grootste gedeelte (85-90%) van de blessures die ontstaan, zijn acute blessures die opgelopen zijn door een traumatisch moment. Dit zijn blessures als het zwikken van een enkel of het afscheuren van een voorste kruisband van de knie.

 

Meniscusletsel
Er komen vaak handballers met meniscus letsel bij onze podotherapeuten. Deze klachten zijn meestal het gevolg van plotselinge strek of draaibewegingen, bij een gebogen kniegewricht en een gefixeerd onderbeen. Ten gevolge van schuifkrachten scheurt de meniscus af of in. Tevens komt meniscus letsel voor bij een afwijkende kniestand, overbelasting en bij toename van de leeftijd. De pijn komt tot uiting bij inspanning en is belasting afhankelijk. De pijn bevindt zich in de gewrichtsspleet van de knie. Het hurken en knielen is pijnlijk maar ook tijdens het strekken van het been, kan er pijn in de knie optreden. Een kenmerk is mogelijk vocht in de knie.

 

Chronische blessures

Daarnaast kunnen chronische blessures zich ook geleidelijk aan ontwikkelen. Deze ontstaan door herhaaldelijk verkeerde bewegingspatronen of door overbelasting van het lichaam.

 

Shin splints
Een veel voorkomende klacht is de scheenbeenklacht (shin splints). Deze klacht ontstaat door herhaaldelijk hardlopen op harde ondergrond. Ook kan deze klacht optreden door overbelasting van bepaalde spiergroepen in het onderbeen. Shin splints kenmerkt zich als een stekende pijn. Hoe erger de ontsteking, hoe heftiger de pijn.

 

Jumpers knee
De jumpers knee is de meest voorkomende blessure in alle sporten. De klacht wordt veroorzaakt door een dynamische overbelasting van het mechanisme van het kniegewricht. De klacht kenmerkt zich aan pijn aan de onderzijde van de knieschijf. De pijn ontstaat geleidelijk en neemt toe tijdens sprinten en landen. Uiteindelijk kan er ook pijn ontstaan tijdens alledaagse activiteiten en rust.

 

Lopersknie
Een andere klacht die onze podotherapeuten vaak tegenkomen is lopersknie (TIFS). Dit is een klacht die pijn geeft aan de buitenzijde van de knie bij hardlopers. Het is een pijnlijke, slopende overbelastingsblessure, met name bij lange afstandlopers. De pijn wordt veroorzaakt door overmatige wrijving van de tractus iliotibialis spier die over de buitenzijde van de knie loopt. De klacht kenmerkt zich door een uitstralende pijn naar het onderbeen of bovenbeen en is afhankelijk van de activiteit. Naarmate de tijdsduur van de activiteit toeneemt, verergert de klacht.

 

Patellofemorale klachten
Patellofemorale klachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral in de puberteit. De klachten komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Klachten die bij het patellofemoraal (pijn)syndroom vaak worden genoemd zijn pijnklachten aan de voorzijde van de knie, die vooral optreden bij traplopen, hurken en langdurig met gebogen knieën zitten. Het is niet helemaal duidelijk waarom iemand patellofemorale pijnklachten krijgt. Mogelijk komt het doordat de knieschijf niet mooi door de groeve in het bovenbeen loopt. Dit kan het gevolg zijn van een afwijkende stand van de benen of voeten, of door zwakke of korte spieren rondom het kniegewricht. Vaak zijn er geen afwijkingen in de sporing van de knieschijf te vinden en is het meer de irritatie van de structuren rondom de knieschijf die leiden tot de klachten. Dit kan het gevolg zijn van overbelasting of een val. Overgewicht en kniebelastende activiteiten (hurken-knielen-traplopen) kunnen een rol spelen. Mensen met soepele knieën (overstrekking of laxiteit van de banden) hebben vaker deze klachten evenals patiënten met artrose (slijtage). Een instabiliteit van de achterste kruisband kan ook een reden zijn van knieschijfklachten.

 

Onderzoek

Op het eerste consult probeert de sportpodotherapeut te achterhalen wat de klacht is. Dit doet de therapeut door middel van een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek. Daarna doet de sportpodotherapeut onderzoek naar het functioneren van de betrokken gewrichten en spieren. Vervolgens voert de sportpodotherapeut een bewegingsanalyse uit. Hierbij kijkt hij naar afwijkende bewegingspatronen die ervoor zorgen dat de klachten niet afnemen. Tijdens het onderzoek houdt de sportpodotherapeut rekening met uw positie in het veld en kijkt hij naar uw uitvoerende techniek.


Behandeltraject

Na het onderzoek stelt de sportpodotherapeut, in samenspraak met de sporter, een behandeltraject op. Behandelingen kunnen uit de volgende vormen bestaan:

 

  • Sportzolen ter optimalisatie van het lichamelijk functioneren.
  • Handbalschoen advies
  • Belastingadviezen
  • Mobilisatie van voet / onderbeen
  • Taping
  • Dry needling